LOADING

Jörgen van Rijen

Trombonist bij de muzikale ontdekplek in Amsterdam

Lyrische klank van de trombone

Interview en tekst: Annie Oude Avenhuis - 30 maart 2017

Jörgen van Rijen  is trombonist in het Koninklijk Concertgebouworkest. Als solist geeft hij concerten en masterclasses in binnen- en buitenland en treedt op met ensembles. Hij is ambassadeur van de trombone: ‘De trombone lijkt op de mannelijke tenorstem, is zangerig en melodisch. Als je een koraal met vier trombones speelt, dan hoor je een harmonische klank die je met een koor kunt vergelijken.’

De harmonie
Welk jongetje kiest voor de trombone als hij vier jaar is? Zijn vader speelt klarinet bij de harmonie in Dordrecht, zijn moeder speelt er saxofoon. Alle instrumenten leert hij kennen bij de repetities van de harmonie. Jörgen wijst naar de trombone. Daar wil hij op spelen. ‘Een talentvolle neef in de familie speelde ook trombone. Hij was elf jaar, toen hij overleed. Misschien heeft dat ook een rol gespeeld. Bij mijn oom en tante hing een foto van Mark met trombone in de kamer. Die zie ik nog voor me.’ Op zijn achtste krijgt hij les van Bas Dekker, trombonist bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest. ‘Hij was heel belangrijk voor mij: hij heeft mij trombone leren spelen. Hij liet mij allerlei moeilijke stukken spelen, net zo lang, tot ik ze goed kon spelen.’  In die tijd krijgt hij een  cassettebandje  van de trombonist Urbie Green. ‘Die heb ik grijs gedraaid: voor het eerst hoorde ik de lyrische klank van de trombone.’

Loopbaan
Op zijn veertiende krijgt hij les van George Wiegel. Hij gaat iedere week met de trein van Dordrecht naar Rotterdam. Tijdens het gymnasium doet hij al vast theorievakken op het conservatorium. En hij start met de studie natuurkunde in Delft. Zijn aandacht is erg verdeeld. Docent Wiegel voert een serieus gesprek met hem: “als je iets  in de muziek wilt bereiken, dan is het van belang dat je je vooral op de muziek concenteert!” Op weg naar huis weet hij dat hij voor de muziek kiest. Hij is getalenteerd en ambitieus. Zijn ouders steunen hem en waarschuwen ook: het is een moeilijk vak, weet waar je voor kiest! Hij studeert cum laude af aan het conservatorium in Rotterdam.

Solist
Wat is de artistieke uitdaging naast het orkest?  ‘Als je heel jong in het orkest komt dan is het gevaar dat je 45 jaar lang hetzelfde doet, want routine ligt op de loer. Je moet in vorm blijven als musicus. Soms heb je een uur lang niets te doen en opeens moet je op topniveau presteren.’ In 2004 krijgt hij de Nederlandse Muziekprijs, waarmee hij budget krijgt om zich muzikaal te ontwikkelen. Bryan Pollard, fagottist, wordt zijn coach. Waarom kiest hij voor Anner Bijlsma, de beroemde cellist? ‘De cello lijkt op de trombone qua register én zijn vader was ook trombonist en docent op het conservatorium. Hij kent de trombone dus heel goed.’ Voor Jörgen heeft hij de tweede Bach Suite voor trombone bewerkt.

Splendor
Jörgen van Rijen is vijf jaar bestuurslid geweest bij Splendor: ‘Alle musici zoeken een lage drempel om muziek te programmeren én een plek om te experimenteren. Dat is de kracht van Splendor.’ Hij heeft een Trombone Festival mede georganiseerd in Splendor. Zelf studeert hij ook regelmatig  in Splendor van tien uur ‘s avonds tot diep in de nacht.’ Zijn drie dochters: Ami van zeven leert viool spelen, Lotta van vijf leert piano en Rosie van twee zingt liedjes en danst. Allemaal hebben ze muzieklessen gevolgd in Splendor. Zijn vrouw Jeannette is amateurmusicus en speelt contrabas en viool. 

Spelen en wonen in New York
Met het KCO ga ik ieder jaar op toernee. Vooral in de eerste jaren nam ik les van beroemde trombonisten over de hele wereld. In New York leerde ik Joseph Alessi kennen; hij is solotrombonist bij het New York Philharmonic. Samen spelen we in het World Trombone Quartet. Ik vind het leuk om met componisten samen te werken én dat er nieuwe muziek voor de trombone  wordt geschreven. Toen de uitnodiging kwam om een jaar in New York te komen spelen, wisten we het wel. New York is namelijk dé favoriete stad van mijn vrouw en mij. Als gezin was het een groot avontuur om naar New York te gaan. Samen met onze dochters van drie en een- die nog niet leerplichtig waren-  hebben we acht maanden op Manhatten gewoond. Ik werkte alleen in het orkest en had veel tijd voor mijn gezin. Samen hebben we de stad ontdekt: in bijna alle wijken van New York hebben we wel een speeltuin of museum ontdekt. Ik kijk terug op een bijzonder mooie tijd.’