presenteert:
Hoor de vrouwen zingen
Een muziektheater-documentaire over vier bijzondere gevangenen van Kamp VughtIn de muziektheater-documentaire "Hoor de vrouwen zingen" worden de liederen gezongen en verhalen verteld van vier bijzondere gevangenen van Kamp Vught ten tijde van de Tweede Wereldoorlog: de verzetsstrijdsters Hetty Voûte en Gisela Söhnlein, de dichter David Koker en de diamantbewerkster Lotty Veffer.
Studenten Hetty Voûte en Gisela Söhnlein schrijven en zingen tijdens hun gevangenschap relativerende teksten over het kampleven op bestaande liedjes, onder de naam Pooh en Piglet, waarmee ze de moed erin houden en hun medegevangenen afleiding bieden. “Draaien, altijd maar draaien, en naar de haaien gaan we toch nooit!”
De Joodse student David Koker houdt in kamp een dagboek bij op vloeipapier, dat hij naar buiten weet te smokkelen, waardoor het na de oorlog kan worden uitgegeven. Ook hij zingt af en toe liederen in kamp Vught, samen met zijn broertje Max en schrijft gedichten. "Men kan in de ochtendwind het voorjaar raden en uit de vlakte stijgt een klare damp het licht valt in een zonnige genade over de rode huizen van ons kamp." Hij overleeft de kampen niet.
De Joodse diamantbewerkster Lotty Veffer overleeft de verschrikkingen van verschillende kampen als enige van haar familie, dankzij haar tewerkstelling bij Philips, haar vriendschappen, en dom geluk. “We hadden een vrij behoorlijke, tenminste ik had een hele aardige, pff he ja want dat zeg je dan op het laatst, een hele aardige Aufseherin.”
De vier personages geven elk een ander beeld van het kampleven in Vught, en geven ieder blijk van ongelofelijke veerkracht en relativeringsvermogen. Deze muzikale voorstelling is een ode aan menselijkheid, humor en muziek in tijd van oorlog.
Zang en tekst:
Mirjam van Dam
Monique de Adelhart Toorop
Jetta Starreveld
Harpert Michielsen
Regie: Eva Bauknecht
Techniek: Louis Terburg