LOADING

David Dramm

Componist bij de muzikale ontdekplek in Amsterdam

De kracht en rijkdom van het orgel     

Interview en tekst: Annie Oude Avenhuis - 20 maart 2017

David Dramm is componist en liedjesschrijver. Als jongen in de kerk is hij al nieuwsgierig naar de klank van het orgel.  En hij verzint eigen liedjes. Welke invloed heeft dat op zijn muzikale leven? Hij studeert compositie, beeldende kunst en taalwetenschap aan de Universiteit van Californië - San Diego. Hij heeft meer dan 250 composities geschreven en werkt met toneel en dansgezelschappen. Sinds 2011 is hij bestuurslid van Splendor, waar hij het Weeshuis van de Nederlandse Muziek presenteert.

Fantaseren
Op zijn achtste begint hij te tekenen. Zijn oppas neemt platen mee van Frank Zappa. De muziek vindt hij verschrikkelijk, maar de hoezen zijn prachtig. Hij begint te fantaseren. 'Ik verzon eerst een naam voor een groep, een titel voor de plaat en tekende dan een hoes. Ik verzon niet bestaande nummers met titels. Op een bepaald moment realiseerde ik mij dat ik ze ook kon horen.' De componist in hem wordt wakker. Vanaf 11 jaar speelt hij gitaar om liedjes te kunnen schrijven.

Studie
Na de middelbare school werkt hij als gitarist en geeft les. Hij studeert compositie in San Diego en oriënteert zich op moderne muziek. Als hij de muziek van Louis Andriessen hoort, heeft dat een enorme aantrekkingskracht op hem, op een fysieke en emotionele manier. Hoe komt dat? 'Andriessen laat het ensemble als een orgel klinken.' Hij gaat naar de Yale-university. Het toeval wil dat Louis Andriessen daar als gastdocent werkt: 'hij was een hele inspirerende docent en stimuleerde ons om onze eigen weg te gaan.'

Composities      
Wanneer is de componist in hem geboren? Op zijn achtste! David: 'als ik terug ga naar mijn wortels, dan is dat de kerkdienst: de combinatie van zingen en de klank van het orgel. Je moet weten hoe een instrument in elkaar zit. En ik componeer alsof ik als publiek in de zaal zit te luisteren.' Musici uit Zwitserland zijn fanatieke vertolkers van zijn muziek: op grote festivals wordt zijn uurlang werk Orange Slice nog steeds gespeeld. Daar zit ook een Hammondorgel bij. De orgelist Dominik Blum vertelde mij dat hij regelmatig de Hammondorgel solo uit Orange Slice op een kerkorgel speelde, als Postlude!'

Splendor
Is het toeval dat David Dramm bij Splendor zit? 'Splendor is de basis van collectief denken en dat leerde ik tijdens mijn studie van Louis Andriessen. Een componist staat midden in het muzikale leven: je zoekt geestverwanten, richt eigen ensembles op.' Omdat ze het gebouw delen, ontstaat een dierbare samenwerking met zeer uiteenlopende musici. Hij voelt zich thuis bij musici, die juist vanwege diversiteit hun krachten bundelen. Bij Splendor presenteert hij het Weeshuis van de Nederlandse muziek: meesterwerken uit de 20ste eeuw, die uit het oog en oor verdwenen zijn. In 1989 komt hij met Anne La Berge naar Amsterdam, vanwege het moderne muziekklimaat. Samen hebben ze een dochter Diamanda: alledrie zijn ze lid van Splendor.

Klankkleur van het orgel
'Ik zong in het kinderkoor van de kerk, mijn vader zong in het volwassen koor, in de Presbyteriaanse Kerk in San Diego. De kerkdienst was vaak een lange zit en als kind vond ik dat niet leuk. Na de dienst rende ik naar het orgel en ging stilletjes naast de organist zitten, terwijl hij het afsluitende stuk – Postlude- na de dienst speelde, vaak werd het de "Toccata en Fuga in d mineur" van Bach. Dat vond ik het allerleukste: kijken naar dat grote orgel met veel kracht, dat een en al beweging was. Dat wou ik zien: hoe worden die klanken gemaakt? Het vlotte vingerwerk van de organist, het werken met de pedalen, alle registers gingen open. Deze ervaring heeft voor mij een grote betekenis. Onbewust heeft dit een grote stempel gedrukt op mijn eigen composities. De eindeloos gestapelde klank van het orgel is heel krachtig. Als ik voor een orkest of ensemble componeer, dan wil ik die klank uit het orkest halen. Pas in 2016 schreef ik voor het eerst voor kerkorgel: “Sanctuary” voor drie orgels en beiaard in de Grote kerk in Dordrecht. Ik wist meteen dat het publiek moest kunnen bewegen. Het is een wandelconcert met drie dansers geworden.'