LOADING

Tony Roe

Componist & pianist bij de muzikale ontdekplek in Amsterdam

Dingen maken waar je zélf in gelooft

Interview en tekst: Annie Oude Avenhuis - 22 mei 2018

‘Ik vind het belangrijk dat mensen lol hebben tijdens een concert.’ Tony Roe is jazzpianist en bandleider van Tin Men and the Telephone. Techniek is een inspiratiebron voor hem en maakt veel mogelijk. In 2014 krijgt hij de compositie opdracht van North Sea Jazz. Met zijn band geeft hij regelmatig workshops aan conservatoria, waarbij interactie met het publiek centraal staat. Hij studeerde cum laude af en doet momenteel een promotie onderzoek: ‘Hoe kun je nieuwe technologie artistiek inzetten?’

Piano
Thuis is er veel muziek. Zijn vader speelt orgel en piano, zijn moeder draait veel Caribische muziek en zijn zus speelt fluit. ‘Mijn ouders merkten dat ik altijd op potjes en pannetjes sloeg. Daarom kocht mijn moeder een plastic trommeltje, zodat ik niet op de pannen hoefde te slaan.’ Als hij vijf jaar is krijgt hij pianoles van zijn buurjongen Erik Hespe. Op een speelse manier leert hij theorie. Ze maken muziek door kleuren te koppelen aan noten: ‘A-mineur is rood, c is wit of d is geel. Dat principe gebruik ik nu nog in mijn werk.’

Twee werelden
Op de middelbare school kiest hij muziek als eindexamenvak. Tony is altijd bezig met muziek, zowel hiphop als klassiek. Vanzelfsprekend gaat hij naar het conservatorium in Den Haag, waar hij veel interesse ontwikkelt voor improvisatie.’ Na twee jaar is hij gestopt: ‘als 19-jarige wilde ik geen Mozart spelen, mijn hoofd zat in de hiphop. Hij krijgt een aanbod voor privéles van Rian de Waal. ‘Dat vond ik een enorme verrijking. Hij had een diepgaan-de visie op muziek. Soms hadden we maar twee maten geoefend. Rian zei dan: “de rest kun je zelf.” Hij gaat naar de TU Delft om Industrieel Ontwerpen en Hilversum om Muziektechnologie te studeren. Als hij 23 is gaat hij alsnog jazz studeren aan het conservatorium. Die fascinatie met technologie komt tijdens zijn examen naar voren. Met een speciaal apparaat stuurt hij vanaf de pianotoetsen interactieve videoprojecties aan. De noten die hij speelt worden zichtbaar op een scherm achter de band en aan de binnenkant van de vleugelklep verschijnt een haardvuur.

App, interactie met publiek
Inmiddels is Tony Roe pianist en bandleider van Tin Men and the Telephone. ‘Ik ontdekte dat ik van iets heel negatiefs een hilarische compositie kon maken: maak het extremer, waardoor het leuk wordt.’ Zo leidt een opgenomen telefoongesprek met KPN klantenservice tot het begin van de band. Ze brengen veel humor op het podium: hierdoor brengen ze het publiek ook in aanraking met abstracte muziek. Ze nodigen het publiek uit om de show mede vorm te geven met een app - Tinmendo- die ze zelf ontwikkeld hebben. ‘Dat was nogal een grote stap en heeft veel veranderd in onze performance. Het maakt improvisatie inzichtelijk.’ De interactie met jongeren en volwassenen staat centraal. ‘Jullie gaan de muziek maken, wij voeren het uit. Kinderen snappen het onmiddellijk, ze zijn heel snel.’ Deze concerten leveren waardevolle inzichten voor zijn promotie onderzoek: hoe kun je gebruik maken van niet muzikale middelen als inspiratiebron?

Splendor
‘Ik werk graag ‘s avonds laat bij Splendor, als er niemand is, dan kan ik repeteren en experimenteren. Het is een fijne plek om te kunnen werken zonder allerlei restricties. Ik probeer dingen uit met interactief licht en projecties, dingen die ik thuis in mijn studio niet kan doen. ‘Je kunt alles opnieuw verzinnen.’ Ook in het buitenland kijken ze naar Splendor. Het concept is goed: een eigen werkplek en eigen programmering.

Hiphop
‘Ik ben dertien en ga op familie bezoek naar Curaçao. Mijn neef draait muziek, die ik niet ken: Dancehall Reggae, heel ritmisch en monotoon. De muziek is keihard, helaas heb ik thuis niet zulke speakers. Ik vind deze muziek ontzettend vet. Als ik terugkom hoor ik deze muziek op radio 3, Villa 65 van de VPRO. Ik realiseer me, dat het de muziek is van mijn neef. Ik ben het programma gaan opnemen, jarenlang: ik heb meer dan 700 opnamen. Ik wil dat aan mijn vriendjes laten horen. Bij ons thuis mag de muziek heel hard. Mijn moeder vindt het ook gaaf, ze houdt van harde muziek.  Het verzamelen van platen wordt een fanatieke hobby. We gaan naar Londen en New York om de nieuwste muziek te kopen. Hiphop is mijn grote inspiratiebron: Het is urgent, actueel, rebels en heel creatief.’